De kop

      

 

De esthetica

De kop is misschien wel het meest klassieke aan mijn gitaar. Zelf ben ik een voorstander van een kop die toeloopt in de plaats van uitloopt, maar dit geeft problemen met het raken van het hout door de snaren, waardoor je het hout na een tijd beschadigt. Het middenstuk wordt gedreven, omdat ik anders vind dat er een te grote vlakte niets ontstaat.

Het hout De basis is natuurlijk gelijk aan het hout van de hals: loofboom;ceder. Daarop komt dan fineer van macassar en esdoorn en een afdekplaat in Indische palissander.
De bouwwijze

De voeg met de hals wordt niet op de klassieke wijze gemaakt (in de kop zelf), maar op de wijze van de steelstring gitaren (in de hals). Volgens mij is dit beter, omdat ge een extra versteviging krijgt door de toets, en tevens vind ik het ook mooier, omdat je een mooie boog krijgt over je hals in plaats van een grilliger verloop in de kop.

Het gedreven gedeelte wordt eerst uitgefreesd om diepte te krijgen, en daarna worden met een nageltje honderden gaatjes geklopt om een diepe schaduw te krijgen.

De klank Zoals bij de rozet is de herkenbaarheid belangrijker dan het resultaat op de klank. Natuurlijk heeft elk onderdeel uiteindelijk zijn weerslag op de klank, maar volgens mij kan je met een wijziging in de kop geen significante verbetering of verslechtering krijgen in de klank.